* Art Deco
Stijl uit de periode tussen 1920 en eind dertiger jaren. ArtDeco wordt gekenmerkt door een samenspel van strakke geometrische vormen en vrije versierende elementen. De naam Art Deco komt van de in 1925 gehouden internationale tentoonstelling van toegepaste kunst: Exposition Internationale des Arts Decoratifs et Industriels Modernes. Ontwerper Jaap Gidding hoort hier in thuis.
* Art Nouveau
Stijl uit de periode tussen 1890 en 1910, vooral voorbehouden aan België en Frankrijk. In de ambachtelijke ontwerpen overheerst het decoratieve element met de natuur als inspiratiebron: sierlijk verstrengelde lijnen en bijna symmetrische bloemen, vlinders, vogels of abstracte motieven als decoratie. Geniet van Rozenburg's eierschaalporselein.
* Biscuit
Betekent letterlijk: tweemaal gebakken.
Het nog ongeglazuurde aardewerk wordt gebakken op zo'n 900-1000 graden Celsius, de biscuitbrand.
* Blindmerken
Merken die zonder kleurend bestanddeel in de nog zachte klei wordt gedrukt, dus aangebracht op moment dat voorwerp wordt gemaakt. Tussen blindmerk en gekleurd merk kan enige tijd zitten, aangezien het decoreren en glazuren op een later tijdstip kan gebeuren.
* Breukdatering
Bij Sphinx/Petrus Regout gebruikte men o.a. een breukdatering om het voorwerp een plaats in de tijd te geven: een opzettelijke breuk onder de letters van Maastricht. De data verschillen per beeldmerk, maar bijv. breuk onder de letter M kan betekenen 1879, onder de letter A 1880.
* Carduus-Tegels
Carduus is Latijns voor Distel. Een vinding uit 1909, van Plateelbakkerij de Distel. Roodbakkende ijzeroxyde bevattende klei uit Rijnland die met matrijzen decoratief bestempeld was, werd zo hoog opgestookt dat de dichtgesinterde scherf vochtbestendig werd. De tegels konden hierdoor op buitengevels aangebracht worden. Door de openingen in de matrijzen werd een dikke glansglazuurpaté gedruppeld waardoor een hoogreliëfdecor ontstond tegen een aardbruin fond.
* Chamotte-klei
Klei waaraan vermalen korreltjes reeds gebakken klei is toegevoegd.
* Craquelé
Web van zeer fijne barstjes en scheurtjes in aardewerk- en porseleinglazuur, door ouderdom of als decoratie aangebracht.
* Craquelure
Een enkel barstje of haarscheurtje in aardewerk- en porseleinglazuur.
* Drukmerk
Drukmerk werd onder het glazuur aangebracht met een transfer of een inktstempel.
* Eierschaalporselein
Flinterdun porselein, zeer vakkundig gemaakt door Plateelbakkerij Rozenburg. Eierschaalporselein ontstond door op het pottenbakkerswiel, de klei in half gedroogde toestand, tot zeer dun af te schaven. Ook wel quasi-porselein genoemd. De grillige en verfijnde decoraties droegen net zo zeer bij aan het succes. Eierschaalporselein kreeg gekscherend ook wel de naam van “vitrineporselein” toebedeeld, omdat het vooral mooi en geen gebruiksgoed was.
* Email
Een soort glazuur, glasachtige ondoorzichtige massa, dat in een dunne laag wordt aangebracht om een keramiek voorwerp te decoreren of bedekken. Het bestaat in alle mogelijke kleuren en de belangrijkste grondstoffen zijn kwarts, veldspaat, soda, borax, pijpaarde, menie, potas en metaaloxiden.
* Engobe of slibtechniek
Een ondoorzichtige dunne deklaag, bestaande uit een mengsel van lichtgebrande klei en water aangebracht op een keramiek voorwerp, voordat dit gebakken werd. Engobe is nooit glanzend. In de deklaag kan gekrast worden als decoratie of deklaag ook gebruikt als ondergrond voor een beschildering. Gebruikt door Aardewerkfabriek Katwijk, Mobach Pottenbakkers, Ambacht Haalderen & Volendam.
* Faience
Frans voor veelkleurig beschilderd tinglazuur-aardewerk.
* Fitt
Papier in de vorm van de omtrek van de drukdecor, eventueel met grove schets. Het decor bestond meestal uit een cirkelvormig deel voor het platte deel en één/twee langwerpige gebogen delen voor de randen van een bord.
* Fries aardewerk
In Friesland vervaardigd geglazuurd sier- en gebruiksplateel sinds de 17e eeuw in o.a. Harlingen (bestaat nog steeds), Workum, Bolsward en Makkum.
* Fruittest
Klein keramiek vergiet met schotel.
* Gietproces
Dit gebeurd bij holle producten. De gietvormen bestaan uit op elkaar passende delen, welke de holle vorm omsluiten, in het gietgat wordt zeer dunne waterige gietklei gegoten, welke door droging zich loskrimpt van de vorm. Daarna aanbrengen van bijv. oren en tuiten. Zoals bij Jan van der Vaart.
* Gladbrand
Gladbrand is het tweede bakproces, waar de glazuurmassa smelt en zich aan het biscuit hecht. Producten worden hiermee waterdicht en gekleurd als er oxide is toegevoegd.
* Glazuren
Glazuurpoeder aangelengd met water, voorwerp ermee bewerken met revolverspuit of door onderdompeling. Glazuur is glanzend. Deze laag is (oorspronkelijk) bedoeld om de poreusheid van het keramische voorwerp te beëindigen, waardoor deze waterdicht en sterker wordt. Ook gebruikt als decoratie.
* Goudsplateel
Gebruiks- en sieraardewerk vervaardigd in Gouda.
Natuurlijk bij Plateelbakkkerij Zuid Holland & Regina en Goedewaagen in Gouda.
* Gravures
Gravures diende als voorbeeld van een voorstelling welke met de hand nageschilderd werd.
* Inleg/intarsiatechniek
Inleg- of intarsiatechniek, met behulp van gutsjes wordt voordat de klei droog is, een decoratie in een voorwerp uitgestoken. De afbeelding wordt ingewassen met wit bakkende slib. Men schuurt, na droging, de witte sliblaag weg, alleen de slib in de insnijdingen blijft achter, afwerking met transparante glazuur.
* Jugendstil
Stijlperiode tussen 1890 en 1905, voornamelijk gekoppeld worden aan Oostenrijk en Duitsland. Betekende 'Nieuw' en 'Jeugd' en wilde zich afscheiden van de oude (neo)stijlen. Intensieve gebruikmaking van de vormenrijkdom van plant en dier in aardewerkdecoratie.
* Juliana-decor
Een zeer geliefd bepaald bloemendecor. Bij Plateelfabriek Rozenburg.
* Keramiek
Keramiek/Ceramiek is ontstaan bij de uitvinding van het vuur, komt van het Latijnse ‘cremo’, betekent verbranden.
* Koudlak-aardewerk
Aardewerk dat na beschildering op het biscuit niet meer gebakken werd.Techniek gebruikt bij Faiencerie De Hoop & Sierkunst.
* Kwaarten
Het spatten met loodglazuur over de schildering. Zie bijvoorbeeld Pottenbakkerij Vermeulen.
* Kwadraattegel
Het centrale gedeelte van de voorstelling van de tegel is afgebeeld in een 45 graden gekanteld vierkant.
* Loodglazuur
Een keramiek bedekkende doorschijnende, glanzende glazuur dat bestaat uit kwarts en loodoxide.
* Lusterglazuur
Ter decoratie wordt in een nabrand, op een veel lagere temperatuur dan die van de oorspronkelijk aangebrachte glazuurlaag, een tweede dun laagje metaalglazuur op aardewerk aangebracht voor een parelmoerachtige glans of iriserende kleur (zeepbelkleuren). Meest ingewikkelde, dus meest kostbare schildertechniek van de keramische industrie. Zie PBD, Plateelbakkerij Delft.
* Machinaal draaien
In een ijzeren pot staan de gipsen vormen, welke op een sneldraaiende as is bevestigd. Er wordt op of in de vorm gewerkt. Wordt er in de vorm gewerkt, dan heeft de vorm de vorm van de buitenkant van het product. Een stuk klei wordt in de vorm gegooid en de draaier haalt een ijzeren arm naar beneden, waaraan het kaliber/sjabloon bevestigd is. Dit kaliber heeft de vorm van de binnenkant en wordt in de draaivorm gedrukt. Op de vorm is als de vorm, de vorm van de binnenzijde heeft. Daarover wordt het kaliber gehaald, welke de buitenkant van het product heeft.
* Majolica aardewerk
Aardewerk bedekt met een witbakkende ondoorzichtige tinglazuur, beschilderd en gebakken met email-glazuur in verschillende patronen met goudglans.
* Mal
Model/patroon waarnaar een bepaald gebruiks- of sieraardewerk product werd gemaakt.
* Matglazuur
Decoraties geschilderd op nog ongebakken klei, vervolgens geglazuurd en gebakken. Dit is een onderglazuurtechniek, fletse kleur van de decoraties. Gebruikt door vele plateelbakkerijen zoals Plateelfabriek Purmerend en de Arnhemse Fayencefabriek.
* Monochroom
Betekent: éénkleurig.
* New Look
Internationale benaming van organische stroming, waarbij visuele effecten op plaats één komen en de gebruikswaarde op de tweede plaats, bijv. een vaas meer een sculptuur dan geschikt voor bloemendecoratie. Vormgeving is driehoekig, cilindrisch of letterlijk niervormig.
* Nieuwe Kunst
Stijl uit begin 20-ste eeuw, decoratie: lineaire ontwerpen en vaak geometrisch van vorm, soms in de vorm van een blokje(s), soms sterk gestileerde planten of dieren, met namen als Berlage en De Bazel, C.J. van der Hoef en Jac. van den Bosch.
* Opglazuurdecoratie
Na glazuren van keramische voorwerpen, met keramische verven decoreren. In moffeloven ingebrand, waardoor de kleuren in de glazuur vasthechten.
* Oventraan
Glazuurdampen die zich aan de stenen in de ovenkap hechten en als deze laag te dik wordt ontstaat er druppelvorming. Als zo’n druppel op een voorwerp valt dan wordt dat een oventraan genoemd.
* Plastiek
Gemodelleerd, figuratief als non-figuratief, kunstvoorwerp. Prachtige plastieken van Chr. van der Hoef, Joseph Mendes da Costa, Charles Vos & bijvoorbeeld Jansen van Galen.
* Plateel
Genoemd naar de Plateel of platte schotel, 17 eeuwse benaming voor een zeker soort aardewerk, zoals het Hollandse Majolica of Delfts aardewerk. De aanduiding “Plateel” wordt veel gebruikt en is niet eenduidig. We gaan hier uit van plateel in de ruimste zin van het woord, dat plateel elk poreus aardewerk betreft, dat is geglazuurd en in een vorm of mal is gevormd.
* Pointilleren
Betekent letterlijk: stippen, een schildertechniek waar de kleur groen-kwaststreek vervangen is door kleine stipjes/streekjes blauw en geel door elkaar heen.
* Polychroom
Polychroom betekent 'veelkleurig'. Veel goudsplateel is polychroom geschilderd, zie Arnhemse Fayencefabriek, Plateelbakkerij Regina, Eskaf en natuurlijk Zuid Holland bijvoorbeeld.
* Porselein
Niet poreuze harde keramieksoort en doorschijnend wit. Gebakken bij een temperatuur van 1300-1500 graden Celsius, met de bestanddelen kaolien (onsmeltbare kleisoort afkomstig van verweerd graniet) en petuntse (smeltbare granietsoort door aanwezige veldspaat).
Porselein is genoemd naar de porselein-slak, welke een glanzend witte schelp heeft. Ook genoemd wordt naar “een biggetje”, omdat de huid van het vroege chinese porselein zacht is en glanst als de huid van een biggetje.
* Ringeloortechniek
Decoratietechniek waarbij met behulp van een tuitje (vroeger hoorn waar puntje afgezaagd was), stippen, strepen en andere figuren op aardewerk werd aangebracht. Voorbeelden bij Mobach Pottenbakkers.
* Rullo-glazuur
Glazuur met een onregelmatige structuur om oneffenheden te verdoezelen. Zuid Holland heeft zelfs een decor genoemd Rullo.
* Sang de Boeuf-glazuur
Op Oostaziatisch geïnspireerde rood gevlamde glazuur, Jaap Ravelli werkte ermee.
* Sgrafitto-techniek
In een deklaag wordt een decoratie gekrast, waardoor de oorspronkelijke ondergrond weer zichtbaar wordt. Willem Brouwer, Willem Gispen, Theo Nieuwenhuis & de Gats werkten met deze techniek.
* Sjabloon
Modelvorm, een motief uitgesneden uit karton, hout, metaal of kunststof. Met behulp van deze vorm kan men bepaalde figuren naar dit model overschilderen en tekenen, nasnijden en afdrukken. En op elk gewenste ondergrond overbrengen.
* Sociaal Historisch Centrum voor Limburg
Documentatie en fotomateriaal van Sphinx en Société Céramique kunnen door belangstellenden ingezien worden.
Boschstraat 73
6211 AV MAASTRICHT Tel.nr.: 043-3250141
* Spijkertegel
Zeventiende-eeuwse tegels met gaatjes in de hoeken, welke ontstonden doordat men voor het bakken de tegel bijsneed op een plankje met spijkers.Bijvoorbeeld bij De Porceleyne Fles.
* Stavast kop en schotel
Ook wel 'trembleuses' genoemd, omdat het middenstuk van een schoteltje een verdiept middenstuk had, bestemd voor mensen met bevende handen. Geproduceerd bij Potterie De Driehoek.
* Steengoed
Hard keramiek met een gladde, lichtgrijze, niet doorschijnende scherf. Steengoed is vaak bedekt met een zoutglazuurlaag.
* Stichting Goed Wonen
Verstrekken van voorlichting op het gebied van het verantwoorde meubel en de goede woninginrichting met criteria inzake doelmatigheid, degelijkheid, kwaliteit en prijs. Opgericht in 1946.
* De Stijl
Nederlandse kunst stroming, genoemd naar maandblad De Stijl (1917), zie o.a. Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld. Eindigde in 1932. Het neo-plasticisme beoogde een harmonistische kunst in abstracte en geometrische vormen. Evenwicht van contrasten, het tegenover elkaar stellen van vertikale en horizontale lijnen en vlakken en het gebruiken van primaire kleuren. Grote betekenis op het gebied van toegepaste kunst en industriele vormgeving. Kennemer Velsen plateel is hier een goed voorbeeld van.
* Streep en stipdatering
Bij De Sphinx gebruikte men o.a. een streep en stipdatering om een voorwerp een plaats in de tijd te geven:
datering 1) -.... (4 puntjes), betekent 195 + 4 jaar = 1954
datering 2) ....- (4 puntjes), betekent 196 - 4 jaar = 1956
* Tegeltableau
Een aantal geschilderde tegels die tezamen een geschilderde voorstelling vormen. Eind 18e en 19e eeuw werden complete schilderijen met veldslagen, stadsgezichten en lijsten vervaardigd. Korte opbloei in begin 20ste eeuw in winkelinterieurs en gevels, zoals bij Rozenburg.
* Terracotta aardewerk
Uit gebakken pottenbakkersklei ongeglazuurd aardewerk (rood, geel terra cotta).
* Triangels
De metalen steunen die gebruikt werden om stapelsgewijs te kunnen bakken.
* Transferdruk, ook wel drukdecor genoemd.
Voorstellingen werden gegraveerd in een vlak gepolijste koperen plaat. De plaat werd geïnkt nadat deze was verwarmd. Een dun, met groene zeep behandeld, velletje papier werd op de plaat vastgezet. Onder de cilinder van de handdrukpers nam het papier de voorstelling in spiegelbeeld over. Het papier werd op de te decoreren voorwerp gelegd. De kleurstof werd hierbij op het éénmaal gebakken voorwerp overgebracht. Drukdecors kunnen onder als boven het glazuur worden aangebracht. Met deze techniek werd het mogelijk om de decors machinaal te vermenigvuldigen.
Veel gebruikt bij Maastrichts aardewerk, De Sphinx, Petrus Regout & Societe Ceramique. In 1877 bij Petrus Regout Decor Tancrede in rood, nieuwe gravure 2 borden op plaat kostte 300 britse ponden, restaureren 2186 pond.
* Travertijn
Grofkorrelig, beige getint aardewerk, vanwege gelijkenis met kalktufsteen 'travertijn' genoemd.
* Tube lining tiles
Op biscuittegels aangebrachte decors met opgelegde lijnvoeringen waarbij de kleur tussen de lijnen werd ingevuld en dan voorzien van een glazuurlaag om daarna andermaal gebakken te worden, zie Plateelfabriek De Distel.
* Turfdatering
Bij Petrus Regout & Co gebruikte men o.a. een turfdatering om een voorwerp een plaats in de tijd te geven: cijfer 7/8/9 werd gevolgd door een aantal turfjes welke een jaartal vormde, geen turfje betekende nul. Bijv. 7///, betekende het jaartal 1873.
* Unica
Een voorwerp waarvan er maar één gemaakt is, in tegenstelling tot de serieproducten.
* Unique Métallique
Een lusterglazuur ( +/- de Tweede Wereld Oorlog) gebaseerd op metaaloxydehoudende verfstoffen & een extra/vierde verbijf in de oven met gereduceerde zuurstoftoevoer. Bij koperoxydehoudende verfstoffen had dit de specifiek bruinrode, metaalachtige glans tot gevolg. Gemaakt bij bijv. Plateelbakkerij Haga & Zuid Holland.
* Veldspaataardewerk
Veldspaat is als vloeimiddel toegevoegd bij aardewerk. De stooktemperatuur bij dit hardere aardewerk ligt hoger dan bij gewoon kalkaardewerk. Harder materiaal maakte een dunnere scherf mogelijk, wat tot een voordeel leidde bij drinkgerei. Gebruikt o.a. bij Plateelbakkerij Zuid Holland.